Goedemorgen, wat fijn dat ik mijn inspiratie weer met je mag delen. Ik ben benieuwd hoe het met je gaat? Of eigenlijk ben ik meer benieuwd naar hoe je je voelt? En het aller benieuwdst (bestaat dat?) ben ik naar hoe je nu ademt? Die laatste vraag hoor je niet zo vaak denk ik, terwijl er culturen zijn waar men dat wel regelmatig aan elkaar vraagt. Want de manier waarop je ademt geeft feilloos weer in welke staat je lichaam is en vertelt alles over je algehele welbevinden. Je adem is een afspiegeling van hoe je leeft en hoe je omgaat met jezelf en de dingen die op je pad komen.
Ademen is een vitale functie
Je kunt best wel even zonder eten, iets minder lang zonder drinken, maar je kunt niet te lang niet ademen. Ademen is leven. Inademen is het eerste wat we doen als we geboren worden en het laatste wat we doen in ons leven is uitademen. Ademen is het belangrijkste wat je dagelijks doet. Je adem is niet alleen dat wat je in leven houdt, maar ook wat je in beweging houdt en geeft je de energie om je leven bewuster en energieker vorm te geven.
Ademen is een automatisch proces en wordt geregeld door je autonome zenuwstelsel. Net als allerlei andere vitale processen zoals hartslag, spijsvertering, stofwisseling, bloeddruk, hormoonhuishouding, immuunsysteem, slaap/waakritme, etc. De ademhaling heeft in dit rijtje wel een uitzonderingspositie: we kunnen hier namelijk bewust invloed op uitoefenen. Dat maakt onze ademhaling de belangrijkste hulpbron die we hebben om ons zenuwstelsel, en daarmee onze gezondheid en ons welbevinden, te kunnen beïnvloeden.
Het geheim van ademen
Iets dat zo cruciaal is voor ons bestaan, moet toch zeker meer zijn dan een passieve, mechanische functie? En dat is het ook: in onze ademhaling bevindt zich het geheim van het leven zelf. Het is het geheim waarmee we de toestand van ons zenuwstelsel, en daarmee onze gezondheid, onze gedachten, onze emoties en onze kijk op onszelf en de wereld om ons heen kunnen veranderen. Het enige probleem is dat we nergens leren hoe we de kracht van onze adem kunnen gebruiken.
Van overleven naar leven
We brengen het grootste deel van ons leven door met doen, we leven tegenwoordig bijna continu in de ‘aan’ staat, ofwel vanuit ons sympathische zenuwstelsel. Hoewel dit sympathische systeem een grootverbruiker is van energie, is er in essentie niks mis mee. We hebben het nodig om te kunnen functioneren in ons dagelijks leven. Om ergens zin in te hebben, of enthousiast van te worden, en als je achtervolgd wordt door een leeuw, zal de vecht/vlucht respons van je sympathische zenuwstelsel je leven redden. Maar als de sympathische schakelaar vast komt te zitten, reageer je op de kleinste dagelijkse dingen alsof je door een leeuw wordt achtervolgt.
Ademen is de snelste manier om de sympatische staat van je zenuwstelsel tot rust te brengen en op een natuurlijke manier van binnenuit je denken, voelen en doen te veranderen. Het is de sleutel die we hebben om de stressreactie van ons sympathische zenuwstelsel (‘aan’ staat) te deactiveren en het parasympatische zenuwstelsel (rust-herstel-verwerk staat) te activeren. Met behulp van onze ademhaling kunnen we de overstap maken van de overlevings- en doemodus van het sympathische zenuwstelsel, naar de balans- en groeimodus van het parasympatische zenuwstelsel.
Met het bewust sturen van je ademritme kan je je gemoedstoestand zelf creëren
Je ademhaling en je zenuwstelsel hebben een innige relatie met elkaar. Je zenuwstelsel bepaalt je ademritme helemaal automatisch. Als je zenuwstelsel ervaart dat activatie nodig is wordt je ademritme versneld, als je zenuwstelsel ervaart dat ontspanning mogelijk is wordt je ademritme trager. Belangrijk hierbij is dat je zenuwstelsel heel primair ervaart, en gebeurtenissen in het heden bekijkt vanuit de ervaring van gebeurtenissen uit het verleden. Dat maakt dat de reactie van je zenuwstelsel op gebeurtenissen, misschien in het verleden helpend was, maar in het heden helemaal niet meer werkt.
Het mooie van je adem is, dat je de ervaring en de staat van je zenuwstelsel kan beïnvloeden en daarmee een reactie kiezen die meer helpend is. Met het sturen van je adem heb je zowel een gaspedaal als een rem voor je zenuwstelsel. Als je kort en snel in- en uitademt, geef je als het ware meer gas, als je langzaam en lang in- en uitademt, rem je meer af. Je uitademing is hierbij bepalend. Als je uitademing korter is dan je inademing, heeft dat een activerende invloed, en als je uitademing langer is dan je inademing, heeft dat een meer ontspannende, kalmerende invloed.
Niet forceren, maar uitnodigen
Als je meer bewust wordt van je ademhaling, en je je ademhaling meer gaat sturen, is het belangrijk om niks te forceren. Steeds weer voelen wat voor jou ok voelt. Stoppen als het genoeg voor je is. Bewust sturen van je ademhaling is oefening die je geleidelijk aan opbouwt. Eigenlijk is sturen niet het goede woord, en mag je je adem uitnodigen om te vertragen, te verlengen, te verzachten.
Het gaat er niet zozeer om je adem heel diep te te maken, maar om moeiteloos ruimte te geven aan je adem. Ademen alsof je alle tijd hebt, lekker op je gemak. Dit doe je natuurlijk niet de hele dag door, maar als je aan het begin van de dag je ademritme ‘set’ neem je dat mee in de rest van je dag. Door de dag kan je af en toe een pauze nemen om ‘op adem te komen’, en ’s avonds als je in bed ligt kan je adem behulpzaam zijn om de dag die achter je ligt uit te ademen en los te laten, om zo ontspannen in slaap te vallen.
Je adem is er altijd
Je adem is er altijd. Stilletjes op de achtergrond aanwezig. Je adem komt, en je adem gaat terwijl jij je bezig houdt met hele andere zaken. Maar je kan altijd op zoek gaan naar je adem. Temidden van alles wat er gaande is je adem vinden en met je aandacht meer naar de voorgrond halen. Zonder te forceren of te sturen je adem er laten zijn, en ruimte geven. En dan eens één inademing en één uitademing je aandacht bij je adem houden. En je adem voelen in je lichaam. De beweging die je adem veroorzaakt, het uitzetten en inkrimpen. En waar je die beweging voelt. En bewust worden van het ritme van je ademhaling. Je zou de sensaties ervan in je buik of in je borst kunnen opmerken. Of de interne sensaties in je keel of in het middenrif. En misschien kun je, als je meer aanwezig bent bij je ademhaling, en er meer in opgaat, je ademhaling voelen in je hele lichaam. Voelen dat je hele lichaam wat uitzet als je inademt, en weer ontspant als je uitademt.
Temidden van alles wat is, is er altijd je adem.
Het geheim van jouw leven.
Jouw rustpunt in de onrust,
één ademhaling tegelijk.
En dan de volgende, en de volgende.
Alsof er alleen maar je adem is.
Niets anders te doen, niemand anders om te zijn.
De eenvoudigste taak ter wereld.
Eén ademhaling tegelijk.
Wat een opluchting!