De Gouden Boeddha
Een van de meest bezochte plekken in Thailand is de Tempel van de Gouden Boeddha. Er staat een massief gouden boeddhabeeld van meer dan 3 meter hoog en meer dan 2,5 ton zwaar. Dit prachtige beeld kent een bijzonder verhaal.

In 1957 wilde een groep Thaise monniken verhuizen naar een andere locatie. Ze moesten ook hun boeddhabeeld, gemaakt van klei, meeverhuizen. Het was erg zwaar en kon niet door mensenhanden worden opgetild. Zie lieten een kraan komen, maar toen de kraan het beeld begon op te tillen, ontstonden er scheuren in het beeld. De monniken waren erg bezorgd en vroegen de arbeiders niet verder te gaan met de operatie. Kort daarna begon het ook nog eens enorm te regenen. De monniken legden een zeil over het beeld, en gingen naar binnen.

Toen de nacht viel liep één van de monniken naar het reusachtige beeld om te kijken of alles goed was. Hij scheen met zijn lantaren over de gehele Boeddha. Op het moment dat het licht op de scheur viel, zag hij iets weerspiegelen.

De monnik werd nieuwsgierig, pakte de hamer en de beitel en begon stukjes klei van het Boeddhabeeld af te slaan. Naarmate hij meer klei wegsloeg werd de Boeddha helderder. Nadat de monnik uren had gewerkt, keek hij in verbazing op en zag hij een prachtige, puur gouden Boeddha voor hem staan.

Honderden jaren eerder, toen Thailand nog Siam heette, hadden monniken het gouden beeld met een kleilaag bedekt om het te beschermen tegen barbaren die het land binnenvielen. Tijdens de overval op het klooster werden alle monniken gedood, zij namen huin geheim mee in het graf.  Pas in 1957, toen monniken het beeld verplaatsten werd de grote schat ontdekt.

Waarom ik dit verhaal deel
Deze geschiedenis is een prachtige metafoor voor ons eigen verhaal: om ons goud, onze essentie te beschermen tegen pijn en verdriet, brengen we er een kleilaag rond aan. Onze beschermingsmechanismen: fysieke aanspanning, reactief gedrag, voldoen en aanpassen zijn allemaal manieren om onszelf te beschermen. Deze mechanismen bouwen we als van kinds af aan op en hebben we nodig (gehad) om om te kunnen gaan met de uitdagingen die op ons levenspad voorbij kwamen. Omdat dat onbewust gebeurt, zijn we ons niet bewust dat we langzaamaan steeds meer klei aanbrengen, rondom ons innerlijke goud.

En het bijzondere is: we denken dat we klei zijn, ons aangepaste ik, maar diep van binnen bevindt zich ons goud, ons hartcentrum, het huis van onze authentieke ik. En ons leven lang blijven we verlangen naar dit goud. We zoeken het goud meestal buiten onszelf, maar het bevindt zich letterlijk onder onze neus, in je hart.

Het goud in jezelf
Echt geluk kan niet door anderen of dingen worden gegeven of afgenomen. Echt geluk heeft te maken met zijn, niet met hebben. Echt geluk is zijn wie we in essentie zijn, ons authentieke zijn. Echt geluk is zijn en leven in verbinding met en vanuit je hart.

Jouw hart is zoveel meer dan een kloppend orgaan. Jouw hart is jouw goud. Het is het centrum van je gevoelens. Het centrum van je zijn. Je hart is je authenticiteit, wie je werkelijk bent, wat je werkelijk wilt, waarom je hier bent. De zetel van je ziel – je spirituele wezen – ligt in je hart. Je hart is het goud, wat je buiten jezelf zoekt, en in jezelf vindt.

In mijn aanbod vindt je allerlei manieren waarmee ik je graag begeleid om te ontdekken wie je bent onder alle lagen die je gaandeweg tijdens je leven, onbewust, over jezelf heen hebt gelegd. Om voluit in liefde te leven, om voluit gelukkig te kunnen zijn, zal je je kleilaag moeten afbreken. Om langzaamaan het klei plaats te laten maken voor jouw goud. Om dan te ontdekken dat juist in je kwetsbaarheid al jouw kracht en jouw goud schuilt